244 pagina's
Hannes heeft het niet makkelijk. Hij wil voetballer worden, maar er is in de buurt waar hij woont bijna geen mogelijkheid om te spelen. Als zijn bal ook nog wordt afgepakt, kan hij zijn droom helemaal wel vergeten. Gelukkig komt hij Coach tegen, een oude voetballer. Coach woont naast het oude stadion dat moet worden afgebroken omdat er kantoren komen. Samen met zijn vriendin Donna en zijn dikke vriend Dubbelbil probeert Hannes het stadion nog een tijdje open te houden, zodat ze er kunnen trainen met het buurtteam. Maar ze worden zwaar tegengewerkt door de Kaalkoppen en door de vader van Dubbelbil.
Het mooiste zou natuurlijk zijn als er in hun eigen buurt een trapveldje kwam, waar ze altijd konden voetballen...
Hannes (groep acht) wil graag voetballer worden, maar in zijn omgeving zijn geen trapveldjes. Hij voetbalt op straat met zijn vrienden Dubbelbil en Donna. Met behulp van een oude voetballer en met gebruik van een oud voetbalstadion lukt het om een trapveldje van de Cruijff-foundation los te krijgen voor hun voetbalteam. Daarnaast spannende avonturen rond een stel hooligans die hun plannen saboteren en de thuissituatie met een moeder met smetvrees. Het taalgebruik is door korte zinnen goed te volgen, alhoewel de schrijver soms moeilijke woorden en begrippen gebruikt. Ieder hoofdstuk heeft een voetbalterm ('voorzet' of 'stoppen met de buitenkant') als titel en begint met een kleine zwart-witillustratie die de betreffende techniek toont. Een prettig lezend en spannend verhaal met eigentijdse thematiek en taalgebruik. Voor jongens (en ook wel meisjes) vanaf ca. 10 jaar goed te volgen en met een aansprekend onderwerp.
