In een oude vrachtauto trekt een groep mensen door Afrika. Ze zijn op reis gegaan om zichzelf te zoeken of te ontlopen. Al snel zijn ze meer met elkaar dan met de inspirerende omgeving bezig. Fie, zestig plus, bibliothecaresse en weduwe wil de voorspelbaarheid van haar toekomst ontvluchten. We weten niets van elkaar, denkt ze. We hebben een eenmalige kans onszelf opnieuw te definiëren. De jonge Ena kluift naast haar in de hobbelende truck op haar haren. Ze is bang zichzelf kwijt te raken. Fie is haar rots in de branding, en Schot, de cynische bijrijder, is haar uitdaging. Maar Ena raakt verstrikt in de groeiende spanning tussen de twee polen. Waarom reageert Schot zo heftig op Fies relaas over haar vermoorde zoontje? Terwijl in de groep de lust tot avontuur verschraalt en er een sfeer van geruzie en verveling ontstaat, vecht Ena om Schot vast te houden en raakt Fie verstrengeld in het mysterie van zijn identiteit. De beklimming van de Bergen van de Maan moet de verwachtingen van de groep uiteindelijk inlossen. Voor Fie wordt de tocht een wanhopige poging het gruwelijke drama waarop ze zelf onbewust heeft aangestuurd, te voorkomen.
