Elke muziekgids uit deze serie is een zeer leesbaar verslag van het leven van de componist, of de geschiedenis van een instrument, dat in drie begeleidende CD's wordt gepresenteeerd. Deze CD's zijn afkomstig uit het gigantische archief van EMI en bevatten bijna vier uur muziek. Indien enigzins mogelijk zijn het volledige werken en geen uittreksels. Het doel van deze muziekgids is de lezers kennis te laten maken met een componist of een instrument in verstaanbare, niet -technische taal en zo een volledig muzikaal portret te presenteren. Jeremey Siepmann heeft het onderwerp De Piano op twee manieren benaderd: als muziekinstrument dat een geheel eigen plaats inneemt in de ontwikkeling van de muzikale stijl en als maatschappelijk verschijnsel dat de verspreiding van de cultuur diepgaand heeft beïnvloed. Hij bespeelt beide thema's om beurten, vult ze aan met scherpzinnige beschouwingen over compositietechnieken en illustreert ze met leuke anecdotes en geschreven portretten
n deze reeks muzikale gidsjes, meestal aan een componist gewijd, verzorgde Siepmann, die eerder over Chopin publiceerde, een overzicht van de geschiedenis van de piano en van de klassieke pianomuziek. Het aardige van dit boekje is dat met werkelijk verstand van zaken een overzicht wordt gegeven dat toch ook, misschien wel allereerst, voor beginners functioneel kan zijn. Bovendien zijn de illustraties, vaak in kleur, bijzonder aardig. Helaas is de vertaling niet adequaat en vaak komisch letterlijk. Ook is de literatuurverwijzing niet aangepast aan de Nederlandse situatie. Op drie bijgeleverde CD's (speeltijd bijna vier uur) krijgt men een eersterangs selectie van pianostukken in eersterangs, deels historische uitvoeringen gepresenteerd, onder meer Edwin Fischer in Bach, Schnabel in Mozart, Solomon in Beethoven, Cherkassky in Liszt, Cortot en Rubinstein in Chopin, Gieseking in Debussy en Lipatti in Ravel.
